Hoe je ruzie in goede banen leidt

Doel: ruzie bewust te gaan gebruiken als bouwsteen voor het leren van probleemoplossende vaardigheden.

 

Achtergrond.bazig

Conflicten zijn onvermijdelijk. Het is een illusie om te denken dat we kunnen samenleven zonder conflicten. Het doel is daarom ook niet om geen ruzie meer te maken, maar om er constructief mee om te gaan. Een conflict hoeft niet erg te zijn. Als het goed wordt opgelost kan een conflict het contact zelfs verdiepen en hechter maken. Aan de andere kant zal een conflict dat op een onbevredigende manier wordt opgelost telkens terugkeren en kan het het contact ernstig verslechteren.
Ruzies zijn belangrijke bouwstenen om te leren omgaan met conflicten en pijnlijke ervaringen.

Voordat ik inga op het constructief oplossen van conflicten wil ik eerst nog  andere belangrijke factoren noemen die een rol kunnen spelen bij ruzie.

Ruzie kan een manier zijn om een onderliggend rotgevoel af te reageren. Kinderen die niet het gevoel hebben dat ze meetellen en gewaardeerd worden of geen voldoening putten uit de dingen die ze doen, kunnen (onbewust) ruzie gaan zoeken om hun onvrede af te reageren. Als dit het geval is, is het belangrijk om de oorzaak van de onvrede op te lossen. Voor hoogbegaafde kinderen is dat bijvoorbeeld vaak dat ze meer uitdaging en/of meer aansluiting met gelijkgestemden nodig hebben.  Natuurlijk blijft het belangrijk om het conflict zelf op een bevredigende manier op te lossen maar zolang de bron van onvrede niet wordt aangepakt zullen er vele conflicten blijven volgen.

Bij ruzie tussen broers en zussen speelt rivaliteit om de aandacht van ouders en hun positie binnen het gezin vaak een belangrijke rol. Rivaliteit is normaal en als je intense kinderen hebt is een extra portie rivaliteit niet vreemd.  Je kunt echter rivaliteit onbewust versterken als je partij kiest, kinderen onderling vergelijkt  of vanuit je eigen emotie (woede, behoefte om te beschermen, enz.) op conflicten reageert. Hoewel jij weet dat je zielsveel van je kind houdt, durft je kind daar niet altijd op te vertrouwen en wil hij zijn plek veroveren ten koste van broer of zus. Voldoende 1-op-1 tijd per kind, echte interesse voor wat elk kind bezighoudt, stoppen met kinderen onderling te vergelijken en een bemoedigende, waarderende houding, kunnen het aantal ruzies flink doen afnemen.

 

Werkwijze.

Maak een inschatting van de heftigheid van de ruzie. Bij lichte ruzie is het vaak beter om niet in te grijpen zodat kinderen zelf kunnen ontdekken hoe ze met het conflict om willen gaan. Bij heftigere ruzie of steeds terugkerende conflicten is het effectiever om kinderen te leren zich te uiten en probleemoplossende vaardigheden te ontwikkelen.

  1. Negeer gekibbel en benader het als een leerzame ervaring om met conflicten om te gaan.              Zie kibbelende kinderen als schattige welpjes die met elkaar dollen (zolang er geen gevaar dreigt).
  2. Heb er vertrouwen in dat kinderen veel conflicten zelf kunnen oplossen.                                        Grijp niet altijd gelijk in als kinderen ruzie hebben. Soms komen ze zelf tot verrassende oplossingen die jij als volwassene nooit zou hebben bedacht. Zo weet ik nog goed dat 2 kinderen in een kinderdagverblijf waar ik coachte, ruzie hadden om een poppenwagen. Op mijn verzoek wachtten de leidsters met ingrijpen. Even later duwde het ene kind de poppenwagen en het andere kind had de handen op de schouders van het eerste kind. Beiden waren helemaal tevreden met deze oplossing. Ik zou het zelf nooit zo bedacht hebben, het leek mij nogal oneerlijk, maar het was uitstekend zo.
  3. Behandel kinderen gelijk.
    Veel ruzie tussen broers en zussen gaat eigenlijk om de aandacht van ouders. Kinderen hopen dat de ouder partij voor hen kiest.

    1. Stap uit de situatie/Verlaat zelf de kamer.
      Je zult verbaasd staan over hoe vaak ruzie ophoudt als je zelf uit de situatie stapt. Als je het niet vertrouwt om weg te gaan, blijf er dan bij, observeer,  maar meng je merkbaar niet in de ruzie.
    2. “Als jullie willen ruziën mogen jullie boven/buiten/… verder ruziën. Hier in de kamer wil ik rust”. ( dus niet één van beide, maar allebei!)
    3. Als ruzie uit de hand loopt : “het is tijd om afstand van elkaar te nemen. Kom allebei maar even tot rust in je eigen kamer. (dus niet één van beide, maar allebei!) Je kunt uit je kamer komen als je het zonder ruzie weer wilt proberen”.
      Let  bij optie b en c op een vriendelijke en doortastende toon. Straal uit dat je het meent maar blijf vriendelijk.
      Handel zonder te praten ( haal ze uit elkaar) als dat nodig is.
      Geef ze de keuze om in de kamer te blijven zonder te ruziën of optie b/ c.
      Houd vol en blijf vriendelijk en doortastend tegelijk.
  4. Leer kinderen omgaan met negatieve gevoelens.
    Situatie: Tim en Marijn spelen schaak. Marijn is aan het verliezen en gooit het bord om.
    Tim: ‘Ik haat hem, hij verpest alle spelletjes’

    1. Accepteer alle gevoelens en benoem ze:
      ‘je bent echt heel boos’
    2. Verwoord het verlangen:
      ‘je zou willen dat hij het spel ook afmaakt als hij verliest.’
    3. Stop indien van toepassing onacceptabel gedrag zoals slaan:
      Zeg op vriendelijke en doortastende toon ‘we doen elkaar geen pijn’,  ‘we vloeken niet’, …..,
      Handel zo nodig zonder te praten (haal ze uit elkaar)
    4. Begeleid kinderen in hoe ze hun woede op een acceptabele manier kunnen uiten:
      ‘Welke woorden kun je gebruiken om je broer te laten weten dat je boos op hem bent?’ of bij jonge kinderen: ‘zeg maar tegen hem :“Als jij het bord omgooit, kan ik ook niet meer verder spelen en dan voel ik me heel boos.”
      (gedrag , gevolg, gevoel)
  5. Leer kinderen probleemoplossende vaardigheden.                                                                                Bemiddel bij conflicten:
    Kies geen partij. Zoek NIET naar schuld of gelijk hebben.
  6. Richt je op behoeften en oplossingen.
    1. Erken de gevoelens van ieder kind en verwoord het gezichtspunt of behoefte van ieder kind (of als dat kan: laat kind zelf verwoorden). Praat met respect over het probleem:
      ‘dus jij bent boos omdat je vindt dat jij nu aan de beurt bent op de computer’ en ‘jij bent boos omdat je het spel eerst af wilt maken’.
      Neem hier voldoende tijd voor. Pas als ze zich allebei echt gehoord voelen staan ze open voor het zoeken naar oplossingen.
    2. Brainstorm: laat iedereen zoveel mogelijk oplossingen bedenken zonder te oordelen. Laat kinderen vooral ook zelf oplossingen bedenken.
    3. Beoordeel pas na de brainstormfase welke oplossingen geschikt zijn
    4. Kies een oplossing die voor iedereen goed is
      (als er geen geschikte oplossing is, onderzoek dan opnieuw de onderliggende behoefte of ga langer door met het brainstormen)
    5. Bespreek de praktische uitvoerbaarheid (wie, wat, waar, hoe en wanneer)
    6. Maak eventueel een vervolg afspraak om te evalueren
    7. Als de gevoelens nog te sterk zijn, of als er geen tijd is om het conflict op te lossen, maak een afspraak om het op een later moment te bespreken. Dit geldt ook voor steeds terugkerende conflicten.
  7. Grijp in bij gevaar (zoals bijvoorbeeld wanneer een kind een steen naar een ander kind wil gooien).
    1. Handel zonder te praten. Pak de steen vriendelijk en doortastend af en ga verder volgens vorige punten
      (leren omgaan met negatieve gevoelens en probleemoplossende vaardigheden)

 

Tips en valkuilen.

Trap niet in de veelvoorkomende valkuil om je te richten op wie er begonnen is, wie er gelijk heeft, wiens schuld het is enz. Dit is niet effectief.
Ten eerste kom je er vaak niet goed achter. Je kunt onmogelijk  alles signaleren. Als Sem Sofie slaat heb je misschien de neiging om boos te worden op Sem. Maar misschien is Sofie wel net iets te dicht naast Sem gaan zitten om hem te tarten. Ze weet dat Sem dan ontploft en op zijn kop krijgt. Sofie speelt de volmaakte onschuld “Ik doe toch niets? Ik zit alleen maar bij hem”.
Door je te richten op schuld of gelijk hebben versterk je de onderlinge rivaliteit. Je kiest partij, raakt verstrikt in de rol van scheidsrechter en kweekt daarmee daders en slachtoffers. Sem zal bijvoorbeeld wrok voelen en de kans is groot dat hij wraak wil nemen. Sofie wil graag dat je nog een keer partij voor haar kiest.

Het is een vergissing om te denken dat we, als kinderen gaan slaan of op een andere manier echt  over de grens gaan, moeten ingrijpen met straf. Het is inderdaad belangrijk om doortastend een grens aan te geven maar dat kan ook op vriendelijke en respectvolle manier zoals beschreven bij werkwijze.
Van straf leren ze dat de grootste en sterkste wel respectloos mag zijn en mag kwetsten. Je geeft ermee het verkeerde voorbeeld. Bovendien roept straf veel wrok, verzet, angst of een slecht gevoel over zichzelf op en dat is weer een bron voor volgend slecht gedrag.
Ruzie roept vaak sterke emotionele reacties op bij ouders. Zelf vind ik het soms moeilijk om mijn teleurstelling over een verpeste sfeer te beteugelen en word ik uit machteloosheid boos, slinger terechtwijzingen naar hun hoofd of verordonneer ze (tegen mijn eigen visie in) naar hun kamer.  Het is een valkuil om te denken dat mijn boosheid terecht is omdat er grenzen aangegeven moeten worden. Zoals gezegd: die grenzen zijn inderdaad nodig ja, maar de boosheid is een uiting van machteloosheid en geen effectieve aanpak.  We maken allemaal fouten. Het enige wat we dan kunnen doen is erkennen dat we fout zaten met een gevoel van verantwoordelijkheid in plaats van schuld, het bijleggen en ons nogmaals committeren om het voortaan anders te doen.

Veel ouders voelen een sterke behoefte om hun kind te beschermen voor pijn, afwijzing, onrecht enz. Toch horen deze pijnlijke ervaringen bij het normale leven en moeten kinderen hier mee om leren gaan.  In plaats van te redden of te beschermen help je kinderen meer door te observeren, te luisteren, te coachen en aan te moedigen.
(Ik heb het hier over de normale (pijnlijke) levenservaringen en niet over abnormale beschadigende ervaringen zoals misbruik, intimidatie, pesten en andere situaties waarin een kind machteloos overgeleverd is en tot slachtoffer wordt gemaakt. Als dit laatste het geval is, is ingrijpen en beschermen wel degelijk gewenst.)

 

Op welke manier lukte het jou om ruzie in goede banen te leiden?
Inspireer ons, door onderstaand reactieveld in te vullen.

 

Bronnen:

Nelsen,J. , Lott, L. & Glenn, S. (2007) Positive Discipline A-Z; 1001 Solutions to Everyday Parenting Problems. New York: Three Rivers Press.
Faber, A. & Mazlish, E. (2011) How2Ttalk2Kids; Broers en zussen zonder rivaliteit.
Handleiding Gordon®cursus Effectief omgaan met kinderen. Stichting Nederlandse Effectiviteits Trainingen .

 

Reacties

4 reacties op “Hoe je ruzie in goede banen leidt”

  1. marjoleine van der Heijden avatar
    marjoleine van der Heijden

    Ik ben moeder van drie opgroeiende pubers (16-15 en 13 jaar) De oudste (5-VWO) is een rustige en gestructureerde jongen die momenteel erg zijn best doet om met een pakket natuur en techniek het hoofd boven water probeert te houden. Daarnaast een dochter op 3 Gymnasium die het met leerwerk erg makkelijk heeft en daarnaast een heel veel nevenactiviteiten zoals muziek maken maar ook haar telefoon en vrienden zijn erg belangrijk. Onze jongste is dit jaar gestart op de HAVO. Omdat de cito uiteindelijk erg tegenviel hebben wij hem laten testen. Voorheen haalde T. altijd A-scores en kreeg hij extra uitdaging in het basisonderwijs. Wel zou er sprake zijn van DCD maar omdat hij met zijn slimmigheid er toch wel kwam hebben we naast een tijdje motorische ondersteuning weinig begeleiding gehad.
    Uit de onderzoeken bleek dat T. ADD heeft met een dysharmonisch profiel. Nog steeds blijf ik zeggen dat T. de slimste van de drie is,en dat is dan ook de aanleiding van mijn reactie op deze brief geef.
    Elke morgen is er aan het ontbijt ruzie. Na een hoop afspraken als ; wat er ook gebeurd iedereen zit om kwart over zeven (aangepaste tijd 3x) aan het ontbijt. We gaan geen discussies aan en we houden het gezellig dus zijn er geen controlerende vragen,geen opmerkingen over het eten, etc.
    Maar het lijkt alsof hij steeds de grens blijft zoeken om toch die conflicten aan te gaan. Te laat beneden,half aangekleed, etc. Is het niet bij ons dan wel bij zijn broer of zus. Dat er sprake is van onvrede is duidelijk maar hoe kan ik hier mee om gaan ?
    En wanneer de jongste geen ruzie zoekt lijkt het wel of de oudste zijn kans ziet om vervolgens het conflict bij hem op te zoeken door te gaan treiteren. Wij hebben al zo vaak het gesprek proberen aan te gaan dat iedereen begint te zuchten als papa en mama willen “praten”.
    Het is heel vervelend om zo elke dag te beginnen en ik wordt er ook een beetje moedeloos van.
    Hoe moeilijk is het om geen discussie aan te gaan met een kind die elk regel tot tussen de komma’s uit spelt en altijd mazen in het net vindt ?
    Het eindresultaat is bijna dagelijks hetzelfde,de twee oudste gaan naar hun kamer waar zij zich op hun telefoon vermaken. en wij blijven discussiërend achter met de jongste tot hij naar school moet en met een boos gezicht verdwijnt. Bedankt voor de tips ,ik ga ze zeker uitproberen, en laat zeker weten wanneer het gaat werken ,

    1. Marieke avatar
      Marieke

      Dank je Marjoleine dat je dit wilt delen. Ik begrijp je frustratie. Ik hoop dat de tool je verder kan helpen en zo niet, bel dan vooral, want dan kan ik je helpen om het toe te spitsen op jouw situatie. Het eerste consult is sowieso gratis. Natuurlijk ben je ook van harte welkom in de workshop woensdag om te oefenen.
      Groeten, Marieke

  2. Wilma avatar
    Wilma

    Allemaal leuk, maar ik ben geen pedagoog, ik ben een mens wie de moeder is van mijn kinderen met een andere studierichting

    1. Marieke avatar
      Marieke

      Hoi Wilma,
      Dank je dat je reageert op de tool. Als je verder wilt praten over hoe je ruzie in banen kunt leiden op een manier die bij jou past, neem dan gerust contact op of kom komende woensdag naar de workshop.
      Groeten, Marieke